Een testscript schrijven: hoe je een goed testschema opstelt

Je gaat een testscript te schrijven, maar je vraagt je af waar je moet beginnen. Geen zorgen, ik help je op weg! In deze blog deel ik praktische tips en stappen om een testscript te maken dat je helpt om fouten in AFAS op tijd te ontdekken.

Wat is een testscript?

Een testscript is een lijst met stappen die beschrijft hoe je een onderdeel van je software moet testen. Het geeft aan welke acties je moet doen, welke invoer je gebruikt en wat je zou moeten zien als alles goed werkt. Met een goed testscript kun je steeds op dezelfde manier testen en fouten opsporen.

Een testscript helpt je om niks te vergeten en zorgt ervoor dat je gestructureerd werkt. Het maakt het makkelijker om met je team te overleggen over wat er getest is. Ook kun je dezelfde test later nog een keer uitvoeren, bijvoorbeeld na een AFAS update.

Stap 1: Begrijp wat je moet testen

Voordat je begint, moet je weten wat je precies gaat testen. Lees de beschrijvingen van de functionaliteit van AFAS goed door en overleg met anderen als iets niet duidelijk is. Hoe beter je weet wat er getest moet worden, hoe beter je script wordt.

Als je niet goed weet wat je test, verspil je tijd aan dingen die niet belangrijk zijn. Zorg dus dat je weet wat echt nodig is en waar de grootste risico’s liggen.

Denk hierbij ook aan randgevallen. Wat gebeurt er als een gebruiker een veld leeg laat? Of als een declaratie te hoog wordt ingediend? Dit soort tests voorkomen verrassingen zodra je software live gaat.

Stap 2: Bedenk verschillende testscenario's

Maak een lijst met dingen die je wilt testen. Test niet alleen of alles goed werkt, maar kijk ook wat er gebeurt als iemand een fout maakt. Zo kom je erachter of de software ook goed werkt bij onverwachte situaties.
Denk na over veelvoorkomende acties en mogelijke problemen. Test ook wat er gebeurt als iemand een verkeerde datum invoert of een verplicht veld leeg laat. Het testen van zowel de ‘happy flow’ als foutscenario’s zorgt voor een stevig testplan.

Test bijvoorbeeld:

  • Wat gebeurt er als een gebruiker een verkeerde verlofsoort kiest?
  • Wat als iemand per ongeluk twee keer op ‘verzenden’ klikt?
  • Wat als een formulier maar half wordt ingevuld?

Stap 3: Kies goede testdata

Gebruik gegevens die lijken op wat gebruikers echt invoeren. Dit helpt je om te zien hoe de inrichting van AFAS in de praktijk werkt. Zorg ervoor dat je verschillende situaties test, zodat je zeker weet dat alles klopt.

Goede testdata kunnen veel fouten aan het licht brengen. Gebruik echte data waar het kan, of maak gegevens die zo veel mogelijk lijken op echte situaties. Denk bijvoorbeeld aan verschillende typen gebruikers of transacties met zowel kleine als grote bedragen.
Vermijd testdata zoals ‘Test Test’ of ‘12345’ als klantnamen of bedragen. Dit is niet realistisch en kan fouten verbergen.

Stap 4: Schrijf duidelijke en korte stappen

Zorg ervoor dat je testscript makkelijk te lezen is. Gebruik korte en duidelijke zinnen. Iedereen moet snappen wat er bedoeld wordt, ook als ze niet veel ervaring hebben met testen.
Gebruik bijvoorbeeld: “Log in met gebruikersnaam en wachtwoord” in plaats van “Je kunt beginnen met inloggen als je een gebruikersnaam en wachtwoord hebt.” Houd het simpel.
Maak een lijst van de stappen die een tester moet volgen en nummer ze, zodat je ze makkelijk kunt controleren. Vermijd vaag taalgebruik en wees zo concreet mogelijk.

Stap 5: Zet de verwachte uitkomsten erbij

Voor elke stap moet je opschrijven wat het resultaat moet zijn. Zo weet je meteen of de test goed is gegaan of niet. Dit voorkomt verwarring en zorgt ervoor dat je snel ziet wat er misgaat.

Bijvoorbeeld: “Als de gebruiker op ‘Verzenden’ klikt terwijl niet alle verplichte velden zijn ingevuld, verschijnt er een melding: ‘Niet alle benodigde gegevens zijn ingevuld’.” Zo is het duidelijk waar de tester op moet letten.

Maak onderscheid tussen een succesvol resultaat en mogelijke fouten. Bijvoorbeeld:

  • Succes: De gebruiker ontvangt een ter info taak.
  • Fout: De gebruiker krijgt een foutmelding ‘gebruiker niet gevonden’.

Stap 6: Beschrijf wat er nodig is voor en na de test

Schrijf op wat er moet gebeuren voordat de test kan beginnen en wat de situatie moet zijn na de test. Dit helpt om de test goed uit te voeren en later nog eens te herhalen.

Bijvoorbeeld: “Voor de test moet de gebruiker ingelogd zijn en toegang hebben tot de nacalculatie.” “Na de test moet de nacalculatie in het ‘te accorderen’ overzicht komen.” Dit soort details helpen om de test goed uit te voeren.

Denk ook aan het resetten van testdata. Als je bijvoorbeeld een test doet waarbij een gebruiker zich registreert, moet je achteraf die gegevens weer verwijderen, zodat de test opnieuw kan worden uitgevoerd.

Stap 7: Controleer en update je testscript

Een testscript is nooit af. De software van AFAS verandert, en daardoor moeten tests aangepast worden. Laat anderen je script lezen en geef testers de kans om verbeteringen aan te dragen.

Als je testscript verouderd is, kan dat tot verwarring en fouten leiden. Zorg dus dat je regelmatig bekijkt of alles nog klopt en pas het aan waar nodig. Plan bijvoorbeeld een periodieke review in, zodat je altijd met actuele tests werkt.

Veelgemaakte fouten bij het schrijven van testscripts

  • Te veel aannemen: Ga er niet vanuit dat testers voorkennis hebben. Beschrijf alles duidelijk, zelfs als het vanzelfsprekend lijkt.
  • Te weinig details: Een te korte uitleg zorgt voor fouten. Zorg dat alles goed omschreven is.
  • Alleen maar de ideale situatie testen: Kijk ook wat er gebeurt als iets fout gaat. Wat als iemand een verkeerd wachtwoord invoert? Wat als een formulier niet volledig is ingevuld?
  • Geen herbruikbaarheid: Een testscript moet ook bruikbaar zijn voor toekomstige versies. Als je te specifiek bent, moet je alles herschrijven zodra er een kleine update is.

Door goed na te denken over deze punten, maak je een testscript waar je echt iets aan hebt. Testen wordt makkelijker en je voorkomt verrassingen als je live gaat met AFAS. Tijd om aan de slag te gaan!

Deze blog is geschreven door:

Foto van Rutger Van de Ketterij
Rutger Van de Ketterij
In 2015 maakte Rutger kennis met AFAS. Een jaar later behaalde Rutger zijn IVA-diploma door zijn afstudeerstage bij AFAS met een mooie beoordeling af te ronden, waarna hij in een rap tempo is doorgegroeid naar trainee consultancy, consultant en projectleider tot hij in juli 2021 samen met Rik Rhoost heeft opgericht. De AFAS-ervaring van Rutger is dus breed. Rutger focust zich vooral op de projecten in de (semi)overheid. Enkele organisaties die al gebruik hebben gemaakt van Rutgers expertise: Rijksuniversiteit Groningen, Gemeente Amsterdam, Stichting Jeugdformaat, Dijklander Ziekenhuis en Zorggroep Alliade.

Misschien vind je dit ook interessant

Rutger Van de Ketterij

Het RACI model en AFAS

Een topproject vraagt om een duidelijke structuur die de verantwoordelijkheden en taken binnen een project duidelijk afbakent. Het RACI model (een afkorting voor Responsible, Accountable, Consulted, en Informed) biedt zo’n

Lees de blog »